ONTWERP HET ZELF


Of je nu programmeur, programma-adviseur of bibliothecaris bent; een nieuwe invulling van de lijn Persoonlijke Ontwikkeling vraagt wellicht ook om nieuwe ontwerpregels en –vaardigheden.


In de overige blokken vind je achtergronden, feiten en meningen over het belang van het ontwikkelen van nieuwe vormen van programmeren voor de programmalijn Persoonlijke Ontwikkeling. Maar waar begin je als programmeur? En waarbij is het van belang nieuwe inzichten en vaardigheden te verwerven? In dit blok worden deze inzichten vertaald naar mogelijke gevolgen die dit heeft voor de praktijk. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen twee rollen die medewerkers kunnen aannemen in hun eigen organisatie:


  • De ‘ontwerper’: programmamaker, -adviseur of bibliothecaris (zie toelichting in *rollen) verantwoordelijk voor een programmalijn. De taak van de ‘ontwerper’ is om programma’s in de lijn Persoonlijke Ontwikkeling te verzinnen en initiëren in de Bibliotheek.
  • Begeleider/producent: iemand in de Bibliotheek is ook verantwoordelijk voor het in goede banen leiden van de bijeenkomsten. Dat kan soms door aanwezig te zijn in het publiek, soms door voor de groep te staan als facilitator.


Maak keuzes die er toe doen

Een programma maken betekent focus aanbrengen in de veelheid aan onderwerpen en ontwikkelingen waarmee de wereld dagelijks wordt geconfronteerd. Daarvoor wordt steeds vaak het woord ‘cureren’ gebruikt. De betekenis die daaromheen hangt is niet alleen die van selecteren, maar geeft het ook een artistieke lading. Het is meer dan slechts doorsluizen wat andere mensen vertellen. De persoon die de keuze maakt, moet ook niet zomaar iemand zijn: ‘Het liefst iemand met een goede smaak die van selecteren en presenteren zijn of haar beroep heeft gemaakt’, schrijft Marian Cousijn* in De Correspondent.

Door zich op te stellen als curator geeft de bibliotheekmedewerker die verantwoordelijk is voor de inhoud van het programma niet alleen een podium aan de onderwerpen, maar hij of zij voorziet ze ook van betekenis in die context. Betekenisvol programmeren gaat dus ook steeds meer om onderwerpen die onder de aandacht worden gebracht op verschillende plekken te duiden en meningsvorming erover te stimuleren.


Pak complexe vragen op

Hans van Duijnhoven, programmamaker in de Noord Oost Brabantse Bibliotheken (NOBB) is van mening dat de Bibliotheek – en de bibliothecarissen die daar werken – zich moeten bezighouden met de grote vragen in de samenleving in plaats van met het verzinnen van antwoorden op die vragen.
Welke vragen ertoe doen, vraagt van de bibliothecaris als ontwerper dat de belangrijke onderwerpen worden gefilterd en dat de bibliothecaris of programmamaker altijd ‘aan’ staat en de stad/gemeenschap kan ‘lezen’ met een wereldse blik. De vragen waarvoor de samenleving zich gesteld ziet, worden elke dag aangereikt door het nieuws, boeken, films en gesprekken die worden gevoerd, zowel op het werk als privé. De taak van de programmamaker is om daarop in te spelen door een goede vraag te formuleren.


Durf co-creatie aan te gaan

Gelukkig hoeven bibliotheken deze complexe vragen niet alleen te onderzoeken. Als onderdeel van het proces en de gezamenlijk zoektocht kan de Bibliotheek een stuk invullen, zonder verantwoordelijk te zijn voor het geheel. Het is daarbij niet voldoende om alleen de bestaande kennis beschikbaar te stellen en te zorgen voor goede kennisoverdracht.

Daarmee kom je op een ander terrein: het kunnen organiseren van en bijdragen aan co-creatie. Voor de bibliothecaris betekent dat bijvoorbeeld dat hij of zij niet alleen een goede spreker is, maar ook kennis heeft van bijvoorbeeld co-creatieve technieken, weet hoe en waar samenwerkingspartners (personen en organisaties) te vinden zijn en vooral kan richten op het begeleiden van een proces in plaats van te sturen op de inhoud. Dat sluit ook aan bij de rol van de bibliotheekorganisatie als geheel.

Manon Ruijters stelt dat het daarvoor noodzakelijk is dat medewerkers op de hoogte zijn van hun eigen leerprocessen, want ‘als je niet zelf weet hoe je zelf leert, kun je het een ander ook niet leren’ (Ruijters, 2018). Welke voorkeuren heeft een programmamaker zelf? Wanneer de programmamaker zich bewust is van eigen voorkeuren, kan dat helpen te voorkomen telkens dezelfde vorm te kiezen omdat hij of zij die prettig vindt. Daarom helpt het als mensen elkaar aanvullen; binnen het team, of als er partners zijn die bepaalde kennis wel in huis hebben waarover de programmamaker niet beschikt.


In de vraagstand

De duiding van de veelheid aan informatie vraagt om goede poortwachters, maar ook om mensen die vanuit de beschikbare informatie de juiste vragen stellen met betrekking tot het thema. Dat betekent dat programmakers zich comfortabel voelen bij veel vragen, zonder de antwoorden te weten. De programmamaker staat daarbij voortdurend ‘in de vraagstand’.


Verschuivende competenties

Voor het kiezen van relevante onderwerpen en het zoeken naar goede vormen om de vragen aan de orde te stellen heeft de ontwerper nieuwe vaardigheden nodig. Uit bovenstaande veranderingen zijn een aantal competenties voortgekomen die hieronder worden opgesomd.


Voor het maken van relevante keuzes voor een betekenisvolle programmering telt:

  • Je bent nieuwsgierig en zoekt steeds naar nieuwe ontwikkelingen in de samenleving.
  • Je kunt overweg met vragen waarop nog geen antwoord is.
  • Je kan de stad/gemeenschap ‘lezen’ met een wereldse blik.
  • Je bent een goede netwerker en verbindt.
  • Je kunt partijen in co-creatie bij elkaar brengen
  • Je kunt schakelen in de rollen van de bibliotheek (initiator, facilitator, uitvoerder)
  • Je hebt verstand van het opbouwen van een activiteit vanuit didactiek en verschillende voorkeuren van leren
  • Je kunt de gekozen onderwerpen verbinden en verrijken met de collectie (in de brede zin van het woord)


Voor het uitvoeren en begeleiden van toekomstgerichte thema’s:

  • Je weet welke rol aan te nemen in welk programma.
  • Je kan een gesprek leiden en improviseren waar nodig.
  • Je kunt goed presenteren en een debat leiden.
  • Je kunt werkvormen begeleiden die gesprek en kenniscreatie stimuleren.
  • Je kent en bent vaardig in co-creatieve technieken.
  • Je kunt communities bouwen en modereren, gericht op kenniscreatie.
  • Je weet de schatkamer van de collectie te verbinden aan het onderwerp.


Tips

  • Vorm een projectteam binnen de Bibliotheek. Dat kan voor een specifieke activiteit, maar ook voor de programmering in het algemeen prettig zijn. Wie is binnen de Bibliotheek verantwoordelijk voor welk onderdeel van het proces? Zijn er duidelijke afspraken gemaakt over het hele ‘traject’ van een activiteit? Het is ook fijn als mensen worden aangesproken op hun kwaliteiten: probeer er dus voor te zorgen dat verschillende mensen binnen het team verschillende kwaliteiten meebrengen. Soms overschrijdt dat functie- en taakomschrijvingen.
  • Creëer context voor je programma’s. Wanneer je een thema hebt uitgewerkt, wordt het sterker wanneer je niet alleen een programma organiseert, maar bijvoorbeeld ook verwijst naar andere collectie (boeken, tv-shows, of evenementen bij andere organisaties). Op die manier komen mensen op verschillende wijzen met het thema in aanraking.
  • Ga partnerschappen aan om mensen met de juiste expertise in je Bibliotheek te krijgen. Als bibliothecaris kun je niet alles weten (en dat hoeft ook niet). Wat je wel moet kunnen, is mensen met de juiste kennis, vaardigheden of kwaliteiten vinden en deze verbinden aan je programma’s.
  • Doe mee met een Lerend Netwerk. Het is voor iedereen vrij nieuw, zowel voor de mensen als voor de organisatie.Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder.


Hoe verder?

Zijn deze lijstjes in beton gegoten? Moet je alles nu al kunnen? Veel punten zijn nieuw en hebben we met elkaar in de branche te leren.

Er zijn wel wat cursussen en programma’s, maar de meeste mensen in de bibliotheekbranche ‘leren door te doen’. Het vak programmamaker en de competenties die daarbij komen kijken, staan nog niet zo goed op de kaart. Binnen het Gelders Netwerk is de wens uitgesproken daarmee aan de slag te gaan, en bijvoorbeeld in samenwerking met hogescholen of een talentencentrum als *LUX Lab mee aan de slag te gaan.


Daarom willen we jullie graag uitnodigen om samen, in co-creatie aan de slag te gaan de komende tijd. Al doende te leren, en samen uit te vinden wat er wel of niet werkt en elkaar te helpen bij de praktische aanpak.

Begin 2019 nodigen we jullie van harte uit om daarbij aan te sluiten. En uiteraard kan je je nu al melden als belangstellende.


Voor meer informatie neem contact op met Laurie de Zwart.

Om over door te praten

Hebben jullie op- of aanmerkingen over bovenstaand lijstje? Zijn er dingen die wat jullie betreft ontbreken? En hoe kunnen we daar samen achter komen? Laat je mening horen.

* LUX Lab: in het Nijmeegse talentontwikkelingstraject LUX Lab staan de basisvaardigheden centraal die elke programmamaker nodig heeft en ook verdiepende modules over bijvoorbeeld storytelling, publieksparticipatie en gesprekstechnieken. Zie LuxLab.