VERTAAL NAAR LOKAAL
Hoewel we onszelf steeds meer wereldburgers kunnen noemen, zijn de meeste mensen nog altijd lokaal georiënteerd. Het onder de aandacht brengen van grote thema’s, werkt dan ook vaak het best door ze aan te laten sluiten bij de lokale actualiteit.
De Bibliotheek is ‘een vrijplaats in het hart van de lokale samenleving’ schrijft het Gelders Bibliotheek Netwerk (2014). In de aansluiting met de lokale samenleving ontstaat volgens haar een per Bibliotheek verschillende maar welgekozen programmering, waarbij keuzes samenhangen met de bevolkingssamenstelling en de aanwezigheid van activiteiten van andere organisaties. Om dat te kunnen bewerkstelligen, is het belangrijk dat je weet wat er leeft in de lokale gemeenschap. Of zoals Bert Mulder, voormalig lector informatie, technologie en samenleving bij de Haagse Hogeschool (in: Meuleman, 2012) het noemt: ‘Het gaat om de vraag: wat voeg ik toe aan het leven van mensen in deze samenleving?’
Lokaal georiënteerd
De Bibliotheek is als publieke instelling ook lokaal georiënteerd (en gefinancierd) en kan met programmering op lokale thema’s mensen stimuleren om bij te blijven, te participeren (Gelders Bibliotheek Netwerk, 2014). We herdenken de Tweede Wereldoorlog, maar niet die in Vietnam. We discussiëren over de windmolens in onze achtertuin, maar kunnen ons maar moeilijk een voorstelling maken van de uitbuiting van arbeiders in China. Hoewel we door het internet en het nieuws met elkaar verbonden zijn, worden we nog steeds vooral gegrepen door gebeurtenissen in onze eigen omgeving: onze vrienden en familie en ons eigen dorp of stad. In dat licht is het logisch dat minder mensen zich geïnspireerd voelen door de denkbeelden van Socrates of Heidegger, maar dat een verbinding met de lokale context hun ideeën relevant maakt. Iedereen kan meepraten vanuit zijn of haar eigen achtergrond. Een voorbeeld daarvan is in Hengelo het *Stadscafé 074, waar betrokken Hengeloërs aan de hand van verschillende thema’s spreken over de toekomst van hun eigen stad.
De stad lezen en voelsprieten ontwikkelen
Goede programmamakers lijken antennes te hebben ontwikkeld om de stad te kunnen lezen. Zo schrijven Marina Polderman en een aantal andere bibliothecarissen van de NOBB in het derde deel van 'De Bibliotheek en betrokkenheid' over de voelsprieten die hun medewerkers ontwikkelen voor wat er in hun stad gebeurt. Om te weten wat er leeft in de lokale gemeenschap, is het nodig dat je de stad of wijk kent. Het gaat er dan vooral om goed te kunnen luisteren en kijken. Wat gebeurt er om je heen? Bij je vrienden, familie, kennissen, en in de (lokale) kranten en op sociale media? Waar praat iedereen over, welke besluiten neemt de gemeenteraad? Welke nieuwe roddels heeft de kapper gehoord of welke gesprekken hoor je in de supermarkt? Niet alles is relevant, maar er kan af en toe een patroon of belangrijke gebeurtenis opduiken in de lokale omgeving dat relevant kan zijn om georganiseerd over te discussiëren. Deze ‘grondpatronen van verandering’ liggen niet aan de oppervlakte. Het helpt ook om mensen te volgen die van het vastleggen van deze thema’s hun werk hebben gemaakt, zoals de groep trendwatchers die elk jaar de *Trendrede (van Beekhoff, 2018) uitbrengt.
Eenmaal gevonden, vormen de grondpatronen een logische verklaring voor de trends in de lokale samenleving (Meuleman, 2012). Het CPNB kiest elk jaar een van deze belangrijke thema’s voor haar campagne Nederland Leest. In 2018 is dat het *thema voeding.
Lees verder onder de fotobalk.
“Wat voeg ik toe aan het leven van deze mensen?”
(Bert Mulder)
*Stadscafé 074: In Hengelo vinden op verschillende locaties in de stad bijeenkomsten over de toekomst van de stad Hengelo plaats. Dit is een samenwerking van verschillende lokale partners onder de noemer Stadswerkplaats..
*Trendrede: Lees de hele Trendrede uit 2018. Kijk voor meer informatie over de Trendrede en het proces daarover op www.trendrede.nl.
*thema: We zien de trend waarbij mensen op zoek gaan naar lokale biologisch geteelde groenten; dat scholen streven het label Gezonde School te mogen dragen en dat de overheid pleit voor minder suiker in limonade voor kinderen. Hierin zie je het grondpatroon dat mensen op zoek gaan naar wat echt is: terug naar de basis, en met goed voedsel een gezonder leven willen leiden. Bibliotheken kunnen aansluiten bij de landelijke campagne van CPNB over voeding.
Conversation Mapping
David Lankes heeft het in zijn Atlas of New Librarianship (2011) over de methode Conversation Mapping: ‘The idea is, that rather than starting with an idea for a system on their own, the librarians base it on what their community members are talking about (and are therefore seeking to create knowledge about)’ (2011). Het gaat er dan om zowel de gehele gemeenschap te herkennen, maar ook de gemeenschappen waaruit deze bestaan te identificeren en te volgen welke conversaties zij voeren. Vervolgens kunnen ze het belang van deze conversatie in kaart brengen met een cijfer van 1 tot 3, en hoe goed de Bibliotheek daarin service zou kunnen verlenen. Dat helpt bij het kiezen van een onderwerp dat de Bibliotheek voor het voetlicht kan brengen in haar programmering.
Bibliotheken is een werkwoord
In Gelderland is dat in de staalkaart Ontmoeting en Debat (2014) ‘de stad lezen met een wereldse blik’ genoemd. Dit geldt natuurlijk ook voor landelijke omgevingen. Wat speelt er bij wie? En hoe past dat in de lokale omgeving en de grotere (inter)nationale context?
Door de lokale vraagstukken die je ‘gelezen’ hebt op een goede manier te koppelen aan de collectie en kernwaarden van de Bibliotheek en er mee te gaan ‘spelen’ of *‘bibliotheken’ kan een programma worden opgebouwd dat van meerwaarde is voor de lokale samenleving (Meuleman, 2012). Dat betekent dat je als bibliotheekmedewerker niet achteroverleunt tot het juiste thema zich als 'vanzelf' aandient, maar dat je er actief op uit gaat en participeert in de lokale gemeenschap. Bibliotheken wordt daarmee een wérkwoord.
Vertalen naar lokaal
Er is geen algemeen stappenplan dat de programmamaker kan volgen om erachter te komen aan welke thema’s de instelling aandacht moet besteden. De combinatie tussen omgeving, instelling en programmamaker is daartoe essentieel. Het gaat erom dat de gekozen thema’s raakvlakken moeten hebben met zowel de lokale actualiteit, als iets dat het nu juist ontstijgt. Daarvoor moeten mensen die programma’s maken goed luisteren, patronen herkennen en analyses maken. Daarnaast brengt iedere programmaker zijn of haar eigen ‘sausje’ in het programma. In deze combinatie ontstaat er een relevant lokaal programma.
Tips
- Om lokale thema’s te vinden helpt het om zicht te hebben op de cultuur en de geschiedenis van je dorp of wijk. Schets daar een beeld van op basis van gesprekken en verhalen. Ga prikkelende thema’s daarbij niet uit de weg, maar zorg wel dat er respect voor ieders standpunt wordt getoond in de programmering.
- Ophalen van de lokale thema’s kan natuurlijk door de gemeenschap zelf uit te nodigen om bij te dragen. Zoek bijvoorbeeld belangrijke spelers in een wijk of dorp, en vraag hen welke vragen er spelen of waarvan zij verwachten dat ze in de toekomst een rol gaan spelen bij de bewoners. Een goede methode hiervoor is Conversation Mapping.
- Stel jezelf en je collega’s vragen voordat je een programma maakt voor je gemeenschap. Daarmee stel je jezelf onderzoekend op. Bedenk vervolgens wie of wat jou kan helpen om het publiek met elkaar in gesprek te brengen over het antwoord op deze vraag.
Om over door te praten:
In hoeverre heb je als Bibliotheek de vrijheid om een standpunt in te nemen in een lokaal debat?
Toelichting: Bibliotheken worden gezien als instellingen waar iedereen, van elke achtergrond, welkom is en zijn of haar mening mag uiten. Het is bovendien een plek waar mensen worden uitgedaagd om in contact te komen met mensen die een ander perspectief hebben, of een heel ander idee hebben van de wereld of over een bepaald onderwerp. De Bibliotheek is een plek waar veilig in gesprek kan worden gegaan.